Lees het onderstaande door, over hoe wichelroeden werken en waarom iedereen het kan!
1. Neem de korte zijden van de wichelroeden in uw handen, maar houdt deze los in u handpalm zodat ze gemakkelijk kunnen draaien. Druk de roede niet aan met uw duim. Bij de vrijdraaiende wichelroeden kunt u gewoon de mantelbuis vast houden.
2. Let er op dat de lange zijden bijna horizontaal evenwijdig naar voren wijzen. De rondingen aan de voorkant moeten iets naar beneden wijzen. Dit geldt ook voor de vrijdraaiende wichelroeden.
3. De duimen mogen de lange zijden niet raken.
4. Houd uw bovenarmen tegen uw lichaam, de onderarmen horizontaal.
5. Loop langzaam en houd uw ogen op de roeden gericht.
6. Zorg ervoor dat u de roede op geen enkele manier met de vingers manipuleert.
7. Visualiseer het op te sporen doel.
8. De roeden zullen elkaar kruisen boven het doel, en na het passeren terug de evenwijdige stand innemen.
9. Herhaal verschillende malen om de bevinding te bevestigen.
(Wanneer de roeden elkaar kruisen heeft u een bepaalde lijn getroffen, zoals bijvoorbeeld een waterader, een hartmanlijn, of een andere door u gevraagde lijn.)
11. Ga daarna 1 tot 2 meter naar links en rechts van looprichting 1 (zie afbeelding) en doe dezelfde test in looprichting 2 en 3 parallel aan de eerste lijn.
12. Op deze manier kunt u 3 punten van de ader vastleggen door een denkbeeldige rechte lijn trekken over deze punten van lijn 1, 2 en 3 en zo begrijpen waar (bijv.) de waterader loopt. Dit is de standaardmanier om alle wateraders of andere lijnen op te sporen.
Hiernaast vind u een schematische weergave