10. Wanneer de roeden elkaar kruisen heeft u een bepaalde lijn getroffen, zoals bijvoorbeeld een waterader, een hartmanlijn, of een andere door u gevraagde lijn.
11. Ga daarna 1 tot 2 meter naar links en rechts van looprichting 1 en doe dezelfde testen in looprichting 2 en 3 parallel aan de eerste lijn.
12. Op deze manier kun je 3 punten van de ader vastleggen door een denkbeeldige rechte lijn trekken over deze punten van lijn 1,2 en 3 waar de waterader zich kruist en nu weet u waar en hoe de waterader loopt. Dit is de standaard manier om alle wateraders of andere lijnen op te sporen.